Geef aan met ja of neen als volgende installaties voor de brandveiligheid aanwezig zijn in het gegeven gebouw. Vermeld telkens de locatie en refereer eventueel naar de handleiding die u in bijlage kunt meesturen. Vermeld ook telkens hoe de brandweer deze installatie terug kan uitschakelen (reset code).
Vermeld waar zich het synoptisch bord bevindt. Op het synoptisch bord wordt visueel aangeduid welke detectoren werden geactiveerd door brand of rook. Als er 1 synoptisch bord is voor de gehele site duidt u dat ook aan op het omgevingsplan.
De brandcentrale (branddetectie-installatie) verzamelt de info van rookmelders, noodknoppen en andere beveiligingssensoren en alarmeert bij brand. De brandcentrale moet voor elk gebouw steeds worden aangeduid. Als er voor de volledige site 1 brandcentrale is kan u voor het gebouw ook melden dat het om een herhaalbord gaat. Een herhaalbord biedt de mogelijkheid om de signalisatie en bediening van op afstand uit te voeren.
De brandweer gebruikt de rookluiken om de ruimte te verluchten, na of tijdens de brand. Ze worden bediend door de brandweer en openen dus niet automatisch. Ventilatoren van de brandweer sturen eventueel de rook in de gewenste richting.
Rookluiken zijn voornamelijk aanwezig in trappenhuizen waarbij het rookluik zich op het hoogste punt bevindt en de bediening ervan op het gelijkvloers.
Ze kunnen ook aanwezig zijn in gebouwen die uitgerust zijn met een vaste blusinstallatie (bv. ESFR sprinklerinstallatie). Deze rookluiken maken geen deel uit van een volwaardige RWA-installatie maar geven de brandweer de mogelijkheid om het gebouw te verluchten.
Bv. In de trappenhuizen: ja.
Locatie bediening: +0 in het trappenhuis.
Bv. In magazijn 5A.
Locatie bediening: in de centrale controle- en bedieningspost.
Een rookgordijn wordt gebruikt in publieke ruimten en maakt deel uit van de RWA-installatie. Het verdeelt de ruimte in rook compartimenten.
Het voordeel is:
– De vluchtroutes rookvrij te houden
– De schade als gevolg van giftige rook en gassen te verminderen
– De rookontwikkeling bij een brand te handhaven
– Het rendement van een rookluik te verhogen, door de rook vast te houden in bepaalde zones
Bij activatie van de RWA-installatie sluiten één of meerdere rookgordijnen waardoor de vrije doorgang voor de brandweer mogelijk verhinderd wordt. Het is dus belangrijk te weten waar deze zich bevinden.
Geef aan welke ruimten beveiligd zijn met een RWA-installatie, waar de bediening zich bevindt en hoe de rookstromen zich voortbewegen.
Bv. Beveiligde ruimte: ondergrondse parkeerruimte -1 en -2.
Locatie bediening: op het gelijkvloers ter hoogte van de nachttoegang tot het gebouw. Aan deze toegang is een brandweerkluis voorzien.
Een RWA-installatie komt meestal voor in residentiële gebouwen met atria, een zeer grote oppervlakte of een parkeerruimte. Daarnaast vind je ze ook in industriegebouwen. Deze installatie verhoogt o.m. de veiligheid van de brandweer bij het uitvoeren van een interventie. Een RWA-systeem zorgt voor de afvoer van hete rookgassen waardoor:
– Een rookvrije vluchtweg wordt gegarandeerd
– De gebouwconstructie beschermd wordt tegen bezwijken
– De brandweer gericht kan blussen (dit wordt een binnen-aanval genoemd)
– Rook- en brandschade aan inventaris beperkt wordt
De installatie wordt automatisch geactiveerd in geval van branddetectie of bij het in werking treden van de sprinklerinstallatie. Er moet echter ook een (handmatige) bediening voor de brandweer aanwezig zijn.