Op de gebouwenplannen worden voor elk gebouw of constructie een platte grond per verdiep (over) getekend. Op deze plattegrond van elke bouwlaag worden daarna de risico’s en voorzieningen die nuttig voor de brandweer kunnen zijn met iconen aangeduid.
LET OP: om een uniforme naamgeving aan de bouwlagen te geven vragen we u de bouwlagen te benoemen met hun verdiep. Vb. +0 voor gelijkvloers, +1 voor eerste verdiep, -1 voor kelder, enz.
Op dit plan tekent u ook de omgrenzende omgeving van het gebouw. Dit om de brandweer te laten beslissen waar voertuigen al dan niet geplaatst kunnen worden en langs welke toegangswegen het gebouw kan betreden worden. Aangrenzende omgeving, parkeerplaatsen aan het gebouw en berijdbare oppervlaktes rond het gebouw zijn dus erg belangrijk.
- Plan of foto uploaden
U kan een foto/plan uploaden in volgende formaten: dxf, d14, png, jpeg, bmp, gif en pdf
Denk er aan om een voldoende groot plan in te laden met niet al te veel details. Dat maakt het voor u gemakkelijker om het te overtekenen
- Plakken als achtergrond
U kan uit een bestand een plan/foto selecteren en door kopie/paste dit plan/foto plakken in de DIP toepassing
- Zelf een plan tekenen
U kan vanaf een blanco pagina starten en met de geïntegreerde tekentool zelf uw plan tekenen
- Een bestaand plan gebruiken
Een reeds geïmporteerd plan kan u hier opnieuw importeren voor het gegeven gebouw/bouwlaag
Start met het opladen van een plattegrond/foto
Stel de correcte schaal in voor uw plan zodat de brandweer bij een eventuele interventie een realistisch beeld kan vormen van de grootte van de gebouwen en compartimenten.
Neem een afstand op het plan die in realiteit gekend is. Bv. de achtergevel van het gebouw. Sleep een lijn over de volledige achtergevel en vul in het venster de correcte lengte van deze gevel in.
Het ingeladen plan kan nu nog bewerkt worden zodat het goed wordt weergegeven en eventueel overtekend worden. Een plan overtekenen zorgt voor meer duidelijkheid en is overzichtelijk. Geef ook het Noorden aan op het plan en zorg dat het op de juiste schaal wordt weergegeven
Zorg dat u plan voldoende ingezoomd is zodat de grootte van de iconen ongeveer gelijk zijn aan de grote van de ruimtes op uw plan
- Start met het tekenen van buitenmuren. U tekent een contour over alle buitenmuren. U hoeft nog geen rekening te houden met ramen en deuren
- Als u muren overtekent komt er een grijze schaduw over de overtekende lijnen
Selecteer nu ‘raam’ en overteken alle ramen . U plaatst eerst de ramen op de juiste locaties en u kan daarna met de select tool (pijltje) klikken op het raam om deze groter of kleiner te maken. Doe dit ook voor alle buitendeuren, binnenmuren (compartimenten) en binnendeuren
- Nadat u alle muren, ramen, deuren en trappen op schaal getekend hebt klikt u op de knop “plattegrond: transparant” zoals hieronder afgebeeld:
- U merkt dat er tijdens het overtekenen heel wat lijnen niet correct weergegeven worden en er overlappingen zijn. Door sterk in te zoomen kan u nu met de pijltjes toetsen en/of met de muis de lijnen corrigeren:
- Met de pijltoetsen op het toetsenbord kan u de figuur traag verplaatsen zodat de lijnen mooi aansluiten. Door in te zoomen kan u heel nauwkeurig de muren recht en aaneensluitend maken.
- Als alle muren, ramen, deuren en andere vaste binnen structuren getekend zijn kunt u de achtergrond sluiten
U kan nu bijzondere zones tekenen op het plan door ze in de rechter kolom te selecteren en neer te zetten op het plan door erna op de locatie op het plan te klikken met de linker muisknop. Door dubbel te klikken op een figuur of icoon kan u tekst toevoegen die dan als label wordt weergegeven aan de figuur of het icoon.
Op elk plan is er een tekstvak “opmerkingen” voorzien onder de tekening. Hier kunt u specifieke opmerkingen plaatsen of aantekeningen op het plan verduidelijken. Bv. In de kamers 300 tot 315 verblijven personen met dementie.